Het meireces is voorbij. Dus is ook de lokale politiek weer begonnen. Dat de twee weken radiostilte ook verlammend kan werken, bleek afgelopen week wel uit de start van de fractievergadering. Een fractielid had zich erg buitengesloten gevoeld. Het niet fysiek bij elkaar komen, vanaf al vóór het reces, hielp hem niet de betrokkenheid bij de politiek in stand te houden. Overigens lijkt eenzelfde mechanisme voor de landelijke politiek te gelden. De Tweede Kamer is als nieuwsmaker helemaal verdrongen door de RIVM-cijfers. Alleen de Coronadebatten willen nog voor wat reuring zorgen, maar verder hoor je bijna niets uit de Haagse parlementaire hoek. Alleen partijen met iets teveel centrifugale krachten willen nog wel de kolommen en talkshows halen.
Overigens, Delft kent ook een recente partijsplitsing. Onafhankelijk Delft, met vijf zetels één van de winnaars bij der laatste verkiezingen, is zonder de oprichter door gegaan. Maar de meerderheid van de fractie, drie van de vijf, is onder leiding van Martin Stoelinga een nieuwe partij begonnen. Hoe dat zo heeft kunnen lopen, moet vast in juridisch gekonkel gezocht worden. Het is allemaal nog zo vers dat er nog geen naam bedacht is. Dat deed Henk Krol beter. Met de Groep Stoelinga telt de raad nu elf (!) fracties.
De raad en de commissies werken nog steeds onder de beperkende regels van videovergaderingen. Het blijft aan een kant een fascinerend gezicht al die raadsleden in hun eigen omgeving op hun laptopcamera te zien spreken. De achtergronden zijn soms zorgvuldig geregisseerd, maar meestal niet. Dus zien we allerlei vormen van zolderkamers al dan niet voorzien van dakramen of overvolle boekenkasten als decor van politieke inbreng. Heel soms spreekt het raadslid tegen de volstrekt lege achtergrond van een totaal niet ingerichte kamer, waarin alleen een deur met daarnaast een mysterieus stopcontact met een schuin weggehangen snoer zichtbaar zijn. Of die snoer dan ergens aan vast zit, is achter het sprekende hoofd niet te ontwaren. Het leidt behoorlijk af zo’n minimalistische achtergrond. Dat had het STIP raadslid Marcel Harinck op donderdag 14 mei beter voor elkaar. Zoals hij vóór de vergadering trots aan burgemeester Van Bijsterveldt vertelde, had hij een afbeelding van de raadszaal in elkaar gefotoshopt. De burgemeester kon haar jaloezie bijna niet verbergen.
Corona, het domineert ook de Delftse politiek. De commissie Algemeen boog zich over de Corona-aanpak van het college. Al vooraf had de vraag om verruiming van de terrassen veel van de aandacht opgeëist. Door dat maar voortgaande en uitdijende debat leek het net alsof alleen die ondernemerssector zwaar onder de crisis lijdt. De arme horeca-ondernemers leken bijna het genereuze gebaar van de gemeente Delft om speciaal voor het vullen van lokale gaten in de Corona-overheidssteun 2,5 miljoen euro te reserveren, geheel te overvleugelen. Gelukkig had de PvdA-fractie over die reserve nog een aantal relevante vragen over de reikwijdte van de fondsen te stellen.
En als het dan niet rechtstreeks over Coronaproblematiek gaat, zijn de discussie over nieuw beleid ineens van veel relevantie beroofd. Bijna alle aannames die aan de voorstellen ten grondslag lagen, lijken achterhaald door de gebeurtenissen van de afgelopen drie maanden. Dat maakt het politieke handwerk er natuurlijk niet leuker op.
Zo werpt de Coronacrisis schaduwen over het huidige functioneren van de raad, maar ook al vooruit over de al dan niet financiële toekomst van de stad.
JanGeert van der Post
Bron Afbeelding: https://tussenkunstenkidslessen.files.wordpress.com/2012/05/yamwalking.jpg