David Richard Michels: Over het rampjaar 2022

15 maart 2022

Beste lezers,

David Michels: Het wordt een mooi jaar.'

Nederland kampt met vele crises. Corona is voor velen van ons nog niet voorbij, al voelt dat misschien voor jou als lezer nu wel zo, anderen kunnen niet van de vrijheid genieten zoals ik dat bijvoorbeeld kan. Ik heb het geluk dat ik gezond ben. Ondertussen is er het conflict, begonnen door Putin, in Oekraïne. De dreiging voor heel Europa is groot. De gevolgen voor de al bestaande energiecrisis zullen hoogstwaarschijnlijk groot zijn en velen van ons hebben niet de luxe om van (Russisch) gas af te stappen zonder kou te lijden. Daarnaast hebben we ook de crisis in de huisvesting. Probeer nu maar een betaalbare woning te vinden als gemiddelde Nederlander, laat staan als je tot de minima behoort.

Mensen die een beetje opgelet hebben tijdens geschiedenis kunnen zich misschien nog wel de lessen over het rampjaar van 1672 herinneren. Een gezegde van die tijd luid: “het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos”. Als we vandaag de dag naar bepaalde politici luisteren dan zou je kunnen stellen dat deze gezegde net zo goed uit dit jaar zou kunnen komen. Als het aan hen ligt verwijzen de geschiedenisboeken van toekomstige generaties naar dit jaar als Rampjaar 2022. Met de eerder genoemde crises zou je het misschien nog geloven ook.

Onterecht.

Een rampjaar: Redeloos, radeloos, reddeloos?

Het volk, wij allemaal, zijn niet zonder rede. Misschien zijn we boos, ontevreden, voelen we ons niet gehoord of in de steek gelaten. Maar we zijn niet onredelijk. We branden geen gebouwen af, lynchen geen politici op straat, slaan elkaar niet de koppen in voor een brood. We praten nog steeds met elkaar, ondanks de soms grote verschillen in mening die we hebben.

Ons land, het hele land, is zeker niet reddeloos. Er is geen dreiging dat we morgen ophouden te bestaan. Dat we ingelijfd worden door een andere natiestaat. De problemen die we als land kennen kunnen we het hoofd bieden en vrijwel geen enkel obstakel is te groot als wij samenwerken.

Dan rest ons de regering. Is zij radeloos? Weet zij door de vele problemen niet meer wat te doen? Want de problemen zijn groot en ja het zijn er zeker veel. Ook zou ik durven te stellen dat zij te weinig doet om deze problemen aan te pakken. Nog te veel wordt er gedacht dat deze problemen door de marktwerking worden opgelost. Dat vraag en aanbod wel zal leiden tot voldoende en betaalbare huisvesting, meer goedkopere en schonere bronnen van energie, goede zorg voor hen die het nodig hebben en eerlijkere kansen voor iedereen die een goede baan wil krijgen. Maar zo werkt dat niet.

Nee, de regering is niet radeloos. Zij weet exact wat ze doet.

Zij kiest echter niet voor de echt bestaande Nederlander die gebaat is bij huisvesting, eerlijke kansen en bestaanszekerheid. Zij kiest voor de markt. Voor het grote geld dat een magische werking en met minimale sturing alle problemen die de laatste decennia ontstaan zijn wel op zal lossen. De echte wereld werkt helaas niet zo. Nee, we hoeven ook niet gelijk tot op het kleinste aspect alles te laten regelen door de overheid. Mensen horen vrijheid te hebben. Mensen mogen ook de mogelijkheid hebben om meer geld te verdienen dan een ander. Maar sommige dingen zijn een recht maar worden nu gezien als een luxe.

Maatwerk in regels

Zo hoort, zeker in een rijk land als Nederland, niemand dakloos te zijn. Niemand hoort naar bed te gaan met een lege maag. Niemand hoort zich zorgen te maken over of een doktersbezoek betekent dat je de volgende maand niet rond kan komen. Niemand hoort zich zorgen te maken over brieven van hun eigen overheid om wat voor valse beschuldigingen daar in zouden kunnen staan en hoeveel jaar dit wellicht hun leven zal kunnen gaan leiden.

Een deel van de oplossingen zal liggen in het strenger regelen van bepaalde zaken. Zoals huisvesting, strengere regels op betaalbaarheid van de te bouwen woningen, wie deze mag kopen, wie hier mag wonen. Ook door strenger op te treden tegen hen die huisvesting zien als verdienmodel en daar zelf weinig voor terug doen, zoals de infame huisjesmelkers. Ook kunnen elders juist regels minder streng worden. Ambtenaren die losser kunnen omgaan met de regels waaraan zij zich moeten houden zodat ze de menselijke maat beter kunnen toepassen. Dat kleine fouten niet leiden tot extreme en onmenselijke situaties zoals de toeslagenaffaire. Ondertussen kunnen we vermogen meer belasten, iets wat we voorheen veel meer deden dan nu wat mede heeft geleid tot de nog steeds doorgevoerde bezuinigingen voor een crisis die al 10 jaar voorbij is.

Keuzes, niet alleen voor een rampjaar

Dit zijn keuzes waarvan de regering weet dat zij er zijn, maar ze niet neemt. Dit is dus geen radeloosheid. Daarin past ook de gezegde die stamt uit het Rampjaar van 1672 niet bij een dit jaar. Maar ook laat het zien dat, ook al lijkt het een rampzalig jaar (of rampzalige jaren gezien de duur van sommige crises), het mogelijk is om snel het leven van veel mensen te beteren. Door te kiezen voor een andere regering.

Op 14, 15 en 16 maart kan dit al op lokaal niveau. Hoewel de lokale politiek veelal het uitvoeren van landelijk beleid inhoud, kunnen we door te kiezen voor partijen met een andere instelling, een socialere instelling, een instelling die staat voor bestaanszekerheid, het uitvoerende beleid op lokaal niveau sturen. Hierdoor kan er daar al meer gekeken worden wat er kan doen om de menselijke maat weer toe te passen in het beleid, wat er gedaan kan worden om huisvesting weer betaalbaar te maken.

Ook geeft dit de mogelijkheid om te zeggen tegen de landelijke beleidsmakers dat hun manier niet langer werkt. Dat zij hun werkwijze moeten aanpassen, niet langer het stuur los kunnen laten omdat ze vertrouwen dat de markt hen wel naar de eindbestemming brengt. Dat ze anders maar plaats moeten maken bij de volgende verkiezingen.

Want het is tijd voor Nieuw Elan, maar het alleen roepen is niet voldoende. Er moet ook naar gehandeld worden.

Geef ons die mogelijkheid. Stem PvdA.