Het lokaal politieke debat is lang niet altijd bedoeld om andere partijen te overtuigen van je gelijk.
Vaak ook dient het om als partij je te profileren. Zeker in de periode vlak voor verkiezingen. En dat is
in deze weken opnieuw het geval.
Belastingen zijn altijd een gevoelig onderwerp. Liberaalgezinden proberen deze financiële offers aan
het algemeen belang zo veel mogelijk te beperken. Helemaal zonder gaat het niet, vinden zij ook,
maar een zo laag mogelijke belastingdruk is voor hen een interessant en vaak essentieel
verkiezingsthema. Houd de overheid zo klein mogelijk.
Voor ons, sociaaldemocraten, ligt dat wat genuanceerder. Belastingen zijn nodig om nuttige en
nodige overheidsdiensten in stand te houden. Tegelijk willen we de mensen met een kleine
portemonnee sparen: progressieve belastingtarieven, dus.
Toeristenbelasting: Lekker belangrijk
Begin februari boog de gemeenteraad zich over een voorstel om de tarieven van de
toeristenbelasting aan te passen. Een ongevaarlijk onderwerp, want het zijn per definitie de niet-
Delftenaren die deze belasting op moeten brengen. Appeltje-eitje verwacht je dan als er een voorstel
ligt om deze belasting te verhogen. Niets was minder waar. De helft van de spreektijd in de
raadsvergadering van 2 februari ging op aan dit onderwerp.
Het voorstel was, nota bene, na een brede consultatie van de toeristensector in Delft tot stand
gekomen. Een mooie invulling van de belofte in het coalitieakkoord om samen met de stad het
bestuur in te vullen. Coalitiegenoot D66 zag in het voorstel opvallend genoeg de kans om de
verhoging nog verder op te voeren. De andere coalitiepartijen vonden het samen bereikte resultaat
belangrijker. Waarom zouden wij het als gemeenteraadsleden zoveel beter weten dan de mensen uit de sector-zelf? D66 ging zo ver van dit technische besluit, normaal gesproken klaar voor de
hamerstukkenlijst, een vrije kwestie te maken. Alsof hiermee een gewichtig principieel punt op de agenda stond.
Bijna alle voor de hele vergadering toegemeten spreektijd verstookte D66 aan dit onderwerp. Met
een lang verhaal en vele interrupties wist fractievoorzitter Sivan Maruf de raad niet echt te
overtuigen. Het aantal stemmen wist hij te verdubbelen door naast zijn eigen fractie nog drie kleine
oppositiepartijen mee te krijgen. Maar dat was verre van genoeg voor een verandering in het
oorspronkelijke voorstel.
Kijken met de blik van de burger
Voor een veel essentiëler debat had zo de links-liberale fractie nauwelijks spreektijd meer. De SP had,
met de toeslagenaffaire in het achterhoofd, nog eens goed gekeken naar een technische aanpassing
van de verordening op het leerlingenvervoer. Het gaat daarbij om het vervoer van kinderen naar een
school op afstand, wanneer een school dichtbij niet het gewenste onderwijs kan bieden. In bepaalde
gevallen betaalt de gemeente dit vervoer. Ook dit leek een stuk rijp voor de hamerstukkenlijst. Maar
de opmerkingen van de socialisten om de verordening burgervriendelijk te maken, sneden zoveel
hout dat de hele raad onmiddellijk instemde met de voorgestelde wijzigingen. Ook wethouder Karin
Schrederhof was erg blij met deze blik op een verordening. Je moet hier gewoon naar durven kijken
met de blik van een burger die de overheid niet meer volledig vertrouwt. En dan blijkt een door de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten voorgestelde tekst ineens niet mee zo neutraal.