Luidruchtige start
De fractie heeft meteen van zich laten horen, nu het politieke seizoen weer is begonnen. De zomer ligt achter ons en kende vele hete dagen. Of dat een voorbode voor een politiek interessante herfst is, is nog niet helemaal duidelijk. Maar de kansen daarop zijn groot. Er staat flink wat op het spel nu de eerste begroting na de uitbraak van de Coronacrisis in behandeling komt.
Dat gemeenten het financieel zwaar hebben, is ook in alle kranten te lezen. Dan gaat het niet alleen om de extra directe uitgaven om op straat de RIVM-regels te handhaven, maar ook allerlei nieuwe uitgaven in de nabije toekomst als gevolg van een vooralsnog haperende economie. Dqan kan je denken aan werkloosheidsuitkeringen of directe instroom in de bijstand vanuit het omvangrijke zzp-aandeel in de Delftse werkgelegenheid. En er waren al tekorten ontstaan in het sociale domein, die de Corona niet kleiner maakte. Kortom, een stevig debat over waar de pijn gelegd wordt, zal de komende maanden losbarsten. Daarin zal de PvdA veel oog hebben voor de noden in het sociaal domein. De lastenverlichting voor de inwoners staat nog steeds onder druk als gevolg van de kosten bij de vuilnisverwerking. Avalex ligt al een eeuwigheid onder het vergrootglas, maar dat lijkt nog niet tot structurele oplossingen te leiden.
De onrust in Poptahof en deels ook Buitenhof de afgelopen zomer heeft er voor gezorgd dat nogal wat mensen zich daar niet helemaal veilig voelen. Meer dan twee keer zoveel als het gemiddelde in Delft, volgens een recent onderzoek. De fractie gaat het gesprek aan, zowel in de wijk, als met het college. Vragen over hoe de gemeente de situatie inschat en aanpakt heeft fractielid en medebewoner Hayri Yildis samen met GroenLinks ingediend. En raadslid Nick den Hollander vroeg bij de burgemeester door over de verhouding tussen het takenpakket van de BOA’s in de stad en hun uitrusting. Landelijk speelt de discussie dat niet alleen het publiek op straat zich soms onveilig voelt, maar dat de BOA’s zich af en toe ook in onveilige situaties onder het publiek bevinden. Wel of niet meer spullen ter bescherming of zelfs offensieve middelen? Die vraag komt ongetwijfeld terug. De antwoorden hangen natuurlijk nauw samen met wat de gemeente van de BOA’s verwacht en welke aanpak de BOA’s hebben. Tot nu toe kiest Delft voor een niet agressieve aanpak. Daar past dan ook een heel beperkt arsenaal aan hulpmiddelen bij. Maar of dat zo blijft? Eén derde van de BOA’s zou graag een bredere uitrusting hebben. Ook één derde vindt het best zoals het nu is. Der burgemeester zegde toe de kwestie in het oog te houden.
Tenslotte is de vaststelling van het Actieplan Geluid de aanleiding van de fractie om zich nog eens goed te buigen over de integrale aanpak van deze problemen. Het door de gemeente voorbereide actieplan, al vorig jaar aangeboden, richt zich vanuit de wet Geluidshinder en de Europese regels vooral op verkeers- en industrielawaai. Maar er zijn veel meer bronnen, zeker in een compacte stad als Delft. Niet voor niks is vorig jaar heftig gedebatteerd over het horeca-lawaai in de binnenstad. En ook de luidruchtige scootertjes van de maaltijdbezorging vormen een erkende ergernis. Wethouder Brandligt snapt die wens wel, maar tot zichtbare wrevel bij Nick den Hollander verschool de wethouder zich achter de daadkracht, of wellicht het gebrek daaraan, van zijn collegecollega’s. Alsof B&W niet als eenheid hoort te opereren.