Ideologie in de raad
De laatste raadsvergadering in dit bijzondere jaar zou plaatsvinden in de Aula van de Technische Universiteit. Van vele kanten had men betoogd dat een politiek debat in een virtuele omgeving toch echt afbreuk doet een de levendigheid en diepte van het debat. Maar Mark Rutte’s toespraak vanuit het Torentje maakte op maandag 14 december aan de uitvoering van die wens een einde. Zo bleek de laatste vergadering van 2020 toch weer een digitale.
Er stonden een heel aantal gesprekspunten op de agenda. Maar twee sprongen eruit. Met name omdat deze onderwerpen vooral politieke verschillen aan het daglicht brachten. Allereerst een voorstel om voor het warmtenet in Voorhof en Buitenhof alvast een extra investering te doen, zodat later nog meer woningen aangesloten kunnen worden, riep veel reactie op. Sommige partijen waren vooral benauwd dat dit uiteindelijk als verhoogde rekening bij de (later) aan te sluiten woningen gelegd zou worden en weer andere partijen vreesden dat het plan zoveel risico’s in zich draagt dat het onverantwoord zou zijn. Tenslotte zijn er partijen die niet veel zien in de pogingen delen van Delft zo snel mogelijk ‘van het gas af te helpen’. Met name de bewezen technologie van aardwarmte stelden deze partijen ineens voor als vaak mislukkende pogingen warmte te leveren voor huizen, waarbij het bijstoken met gas noodzakelijk zou zijn.
Het voorstel haalde uiteindelijk ruimschoots de eindstreep omdat wethouder Brandligt de kritische moties interpreteerde als steun in de rug om op Rijksniveau te pleiten voor voldoende steun bij deze energietransformatie.
Scherper scheidslijnen trokken de raadsleden rond een in oorsprong nogal technisch collegevoorstel. De regelgeving voor het verlenen van vergunningen voor avondwinkels behoefde aanpassing. Dat bracht de D66-fractie blijkbaar op het idee dat op zondagavond het gat tussen de sluitingstijd van gewone winkels en avondwinkels wel erg groot is. Een initiatief om dat gat te verkleinen, leidde tot een min of meer spontaan amendement om ook op zondag de winkelsluiting op 22 uur te brengen. Het was allemaal een beetje met de haren erbij gesleept, maar stevig debat veroorzaakte het wel. De pure liberalen van de VVD zagen daar natuurlijk alleen maar voordelen voor ondernemers in. D66 liet de liberale kant van hun ideologie prevaleren, evenals STIP en de stadspartijen. PvdA-raadslid Nick den Hollander ging daar tegenin. Waarom alleen kijken naar ondernemers. De belangen van werknemers hebben hierin toch ook een rol? Ook de Christen Unie, het CDA en GroenLinks wilden niet aan dit liberale feestje meedoen. Het lijkt erop dat de verruiming alleen van belang is voor het grootwinkelbedrijf en met name de supermarktketens. De macht van de supermarkten noemde enkele raadsleden al. Het feit dat dit amendement louter het grootkapitaal steunt, noemde zelfs de SP niet expliciet. Maar dat is natuurlijk wel het gevolg van het amendement. Geen grote zaak natuurlijk, die twee extra uurtjes open op de zondagavond. Maar het onderstreept een tendens waarvan we nu juist tijdens de Corona-crisis ons extra bewust zijn geworden dat die niet noodzakelijkerwijs positief is: toenemende consumptie en een doldraaiende 24-uurs-economie. Het debat vanuit de betrokken ideologische stellingen was niet altijd even verheffend. Maar het eind van het liedje was dat de liberalen wonnen. Nipt stemde de raad in met het amendement. We kunnen nu ook na Studio Sport Eredivisie nog inkopen gaan doen bij de grootgrutters. Of dat nu een ‘eerlijker en fatsoenlijker Nederland’ dichterbij brengt?