De start van de nieuwe coalitie in de gemeenteraad is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Als we de berichtgeving in het Delftse katern van het AD mogen geloven, is het pure oorlog tussen de twee kampen in de raad. Waarbij de journalist de brede samenwerking van de oppositiepartijen op voorhand als bovenliggende partij omschrijft. Blijkbaar vat de krant het kritisch volgen van de lokale politiek op als per definitie de coalitie (het establishment) aanvallen en de oppositie gelijk geven. Zo eenvoudig of rechtlijnig ligt het natuurlijk niet, maar beeldvorming doet veel.
Het was duidelijk een knappe en politiek handige zet van de oppositie om onmiddellijk bij het bekend worden van het coalitieakkoord een eigen gedeeld verhaal aan te bieden. Die, vooraf misschien onverwachte, overeenstemming, kwam de hele raad eigenlijk wel goed uit. De coalitie had tijdens de onderhandelingen moeite om een passende manier te vinden voor het betrekken van de niet tot de coalitie uitgenodigde partijen. Het leek ook wel een onmogelijke opdracht, tot oppositie gemaakte partijen gaan natuurlijk niet hun voorkeuren, prioriteiten of breekpunten op tafel leggen, als je geen enkele invloed hebt op hoe die informatie gebruikt wordt. Dat zou wel heel veel vertrouwen veronderstellen. Dat de onderhandelaars de verkiezingsprogramma’s van alle partijen nog eens goed doorlazen, is geen garantie op een bruikbare en herkenbare inbreng vanuit de partijen die niet aan tafel zaten. Een botsing bij het debat over het onderhandelingsresultaat was dus wel degelijk te verwachten. Zeker omdat er enkele partijen zeer teleurgesteld waren niet uitgenodigd te zijn.
Toch was het eerste debat over de onderhandelingsresultaten en het tegenplan van de oppositie een eye-opener. Natuurlijk mopperden de oppositiepartijen over hoe het allemaal gelopen was, waarom nu juist deze 5 coalitiepartijen de voorkeur kregen van informateur Pieter Guldemond. Tegelijk ontstonden tijdens de woordenwisselingen een aantal bruggen. Daaroverheen reikend durfden de raadsleden elkaar te vinden. De vier overgebleven moties die in stemming kwamen, nam de raad unaniem aan. Een unicum, zeker de startposities van de partijen in aanmerking nemend. De coalitiepartijen zagen in de 5 punten van de oppositie hun wens om samen met de hele raad het akkoord op hoofdpunten inhoud te geven vervuld. De opstellers van de 5 punten voelden erkenning voor hun inbreng. Het belangrijkste voorstel was om na het zomerreces in een aparte vergadering de afstemming van beide voorstellen, het akkoord “Samen werken aan Delft” en “De Delftenaar centraal, 5 punten plan oppositie”, zorgvuldig te bespreken.
Een week later, op 7 juli, kwam de gemeenteraad weer bijeen, deze keer om de laatste bespreekpunten voor het zomerreces te behandelen. De verwachtingen waren hooggespannen over de vraag of de toenadering tussen coalitie en oppositie de week had overleefd. Dat er moties en zelfs een amendement door oppositiepartijen en coalitiegenoten samen ingediend werden, gaf hoop. Niet alle stemmingen vielen unaniem uit. Zo verwierpen met name oppositiepartijen het voorstel om het college de bevoegdheid te geven subsidieplafonds vast te stellen. Maar de raad als geheel gaf daarbij wel aan dat het zomaar overhevelen van bevoegdheden naar het college een heilloze weg is.
De laatste drie moties over het steunen van rugbyclub Thor bij het zoeken naar nieuwe huisvesting, het gevaar van het gebruik van Chinese camera’s in de openbare ruimte en over meer aandacht voor het bestrijden van ondermijning door criminele organisaties kregen weer steun van alle partijen. Daarmee kan iedereen hoopvol de zomer in.