Het beperken van samenscholen dat de regering alle Nederlanders vraagt, raakt ook het functioneren van de raad. Op donderdag 26 maart vergaderde er maar één commissie, de Algemene Commissie. De commissieleden zaten ver uit elkaar, met ten minste twee lege plekken tussen iedere bezette stoel in. Het leverde een weliswaar vreemd, maar ook een veilig beeld op.
Het ging natuurlijk alleen over de Coronacrisis en hoe de gemeente Delft daarop reageert. Er was opvallend veel waardering vanuit bijna alle fracties. De proactieve houding van het college, ook van een wethouder die wat minder vaak op de voorgrond treedt, Hatte van der Woude rond de ondersteuning van kinderen uit minder bedeelde gezinnen, roemden een aantal fracties. Alleen raadslid De Wit van Onafhankelijk Delft was zuur in zijn betrokkenheid. Hoe het nu in godsnaam mogelijk was om de weekmarkt door te laten gaan als er dan gevaarlijke groepsvorming gaat ontstaan. Niemand was het met hem eens en blijkbaar hijzelf ook niet, want zaterdagochtend stond De Wit keurig in een rij op anderhalve meter van zijn voorganger te wachten op zijn beurt bij de notenkraam. De markt was goed gestructureerd van opzet, het plein behoorlijk leeg en iedereen hield zich extreem goed aan de op de straatstenen geschetste afspraken. De aanwezige handhavers hadden het rustig.
De rol van de raad in deze tijden kwam ook ter sprake. Er waren een aantal fracties die het in hun inbreng aanroerden. Hoe ver reikt de invloed nog en krijgt de raad wel alle relevante informatie? Onafhankelijk Delft ging daarin het meest ver en eiste eigenlijk dat de IC-capaciteit in het Reinier de Graaff ook voor alleen Delftenaren beschikbaar blijft. Hij overschatte de gemeentelijke mogelijkheden hierin schromelijk. Maar het was tegelijk een door verder niemand gesteund gebrek aan regionale solidariteit.
Burgemeester Van Bijsterveld kwam nog wel met een paar noviteiten aan het begin van de vergadering. In afwachting van een door het ministerie van Binnenlandse Zaken voor te bereiden noodwet om digitale raadsvergaderingen rechtskracht te verlenen, stopt de raadsvoorzitter feitelijk het politieke debat. Aanstaande raadsvergadering op 2 april komen er alleen hamerstukken op de agenda. Een trucje uit het reglement maakt het dan mogelijk om bij gebrek aan quorum de vergadering uit te stellen tot maandag en dan met alleen een vertegenwoordiger van coalitie en een van de oppositie de hamerstukkenlijst af te tikken. Alle fracties stemmen in met deze aanpak om te voorkomen dat raadsleden in een te kleine raadszaal te dicht op elkaar moeten zitten. Bewonderenswaardig, maar zo capituleert het bestuur wel heel gemakkelijk voor de beperkingen. Ik krijg als toeschouwer niet de indruk dat overwogen is op een ruime locatie te vergaderen met gewoon iedereen (desnoods zonder publieke tribune, maar wel met streaming op het internet). Een raadsvergadering is toch geen vergunningplichtig evenement? Alleen die zijn nu verboden.
Maar goed, de gezondheid en veiligheid van alle politici verdienen ruime aandacht en prioriteit. Want juist in tijden van crisis is scherp en controleerbaar bestuur van groot belang. En daarvoor lijken we nu een krachtdadig collegiaal college aan het roer te hebben. Hulde daarvoor!