De stad kan weer een jaar vooruit
In een bijzonder jaar besprak de gemeenteraad ook een bijzondere begroting. Niet zozeer de omvang of de te financieren programma’s waren verrassend, maar het feit dat de begroting niet sluit. De gemeente gaat, volgens de deze begroting, meer uitgeven dan dat er binnenkomt. Eigenlijk kan dat niet. De wet schrijft voor dat een gemeente een meerjarig sluitende begroting moet indienen. Dit jaar lukt dat niet.
Dat zit ‘m niet eens in de extra uitgaven voor Corona. Het Rijk heeft die kosten tot nu toe voor een groot deel gecompenseerd. Maar het probleem zit vooral in de vijf jaar geleden ingezette decentralisaties van programma’s in het sociaal domein: WMO en jeugdhulp als belangrijkste exponenten. De decentralisatie was ingezet om de afstand tussen overheid en gebruiker te verkleinen. De aanname bij het Rijk, toen, was dat het dan ook goedkoper zou worden. Daar is niets van terecht gekomen. Met name de omvang van de ondersteuning groeide flink en daar bovenop ook nog de kosten per persoon. Het is een hard gelag voor de gemeenten, Delft niet uitgezonderd. Deze niet-sluitende begroting is eigenlijk een protestmiddel tegen het Rijk.
De fracties in de raad grijpen de behandeling van de begroting altijd aan om met een reeks moties bij het college aandacht te vragen voor onderwerpen waar de betreffende fractie of fracties belang aan hechten. De PvdA diende uiteindelijk vier moties mede in. Deze haalden alle de eindstreep. Opvallend was dat een motie die opriep het verhogen van het minimumloon te in Den Haag te bepleiten geen steun kreeg van 3 coalitiepartijen: VVD, D66 en STIP. Het argument dat het een Rijksaangelegenheid betreft en dus geen gemeenteraadsuitspraak kan hebben, is slap. Natuurlijk gaat het ook gemeenten aan. Bovendien, op landelijk niveau steunen VVD en D66 dit streven wel.
Ook de motie om van Delft een Global Goals-gemeente te maken kreeg geen steun van VVD en D66. Men vond het symboolpolitiek en die fracties meenden dat het geld om borden te plaatsen beter aan het aanpakken van problemen besteed kon worden. Een wel erg gemakkelijk argument want het is belangrijk dat we het laten weten dat de gemeente zich hiervoor inspant.
Het initiatief van Nick den Hollander het groenbeheer ecologischer te maken kreeg brede steun in de raad.
Populistisch rechts was het zo oneens met een niet-sluitende begroting dat Groep Stoelinga samen met Stadsbelangen Delft een motie van afkeuring indienden. Een voorspelbare, louter op de bühne gerichte, maar verder nauwelijks onderbouwde actie, die dan ook door alle andere partijen in de raad afgewezen werd. Des te opvallender was het dat de begroting als geheel ook geen genade in de ogen van SP en Onafhankelijk Delft kon vinden. Vier partijen vonden dus dat Delft zo niet het jaar 2021 in kan.
Die uitslag maakt een de laatste tijd op landelijk niveau veel besproken samenwerking op links, PvdA met GroenLinks en SP, in Delft voor de komende tijd onmogelijk. Op gemeentelijk niveau bijt de SP zich in een aantal dossiers zo onverzoenlijk vast, dat samenwerking inderdaad erg moeilijk is. Zo deed de partij een simplistisch voorstel om voor iedereen in Delft de huur te verlagen. De effectieve reactie van onze wethouder Karin Schrederhof kwam bij die fractie niet aan. Overigens ook niet bij het CDA en Onafhankelijk Delft.
2020 heeft zich niet als een oogstjaar voor de coalitie ontpopt. In het komende jaar een nieuwe poging. De financiële basis ligt er, hoewel Corona-naweeën en de tekorten op de begroting nog wel roet in het eten kunnen gooien.