Delft staat voor grote opgaven en moet veel kosten maken om al haar gemeentelijke taken goed uit te voeren. De Coronacrisis heeft ons geleerd dat de kansenongelijkheid groter dreigt te worden. Het heeft ons ook geleerd ook dat ondernemers afhankelijk kunnen worden van de overheid. Delft krijgt voor de uitvoering van haar taken te weinig middelen vanuit de Rijksoverheid. Dit vraagstuk moet geagendeerd blijven. Het kan Delft wel opnieuw dwingen tot keuzes. Bezuinigingen mogen niet leiden tot kansenongelijkheid.
Dit gaan we doen:
- We blijven investeren in de stad en benutten onze financiële middelen optimaal. Dat doen we met steun van de regio (Metropool Rotterdam-Den Haag, MRDH) en met het Fonds 2040.
- We werken goed samen met andere gemeenten, Hoogheemraadschap van Delfland, Provincie Zuid-Holland en het Rijk. Met hen en de gezamenlijke uitvoerende organisaties maken we goede afspraken, komen we transparante controlemechanismen overeen en zijn we daarbij kostenbewust.
- We dringen aan bij het Rijk, de VNG en het G40-stedennetwerk dat Delft in haar functie als centrumgemeente structureel extra geld krijgt.
- De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. We bezuinigen niet op het sociaal domein. We kijken dan naar het op solidaire wijze verhogen van de inkomsten, via onder andere de onroerendzaakbelasting en de toeristenbelasting.