Meer Ruimte voor Sport!

21 november 2019

Een interview met onze wethouder van Sport, Karin Schrederhof

De “investeringsagenda Sport” wordt breed gedragen, niet alleen in de politiek, maar vooral door de sportverenigingen en de sporters, “daar ben ik trots op”, zegt Karin Schrederhof. De sport in Delft kampt met een achterstand. Al jaren is bekend dat de sportvelden en accommodaties lang niet allemaal op orde zijn en gelukkig komt daar nu fors verandering in. We gaan als gemeente de komende jaren 6,5 miljoen investeren. Sportpark Biesland krijgt er een tweede rugbyveld bij. In het sportpark aan de Brasserskade worden in 2020 de zand ingestrooide kunstgrasvelden omgevormd naar kunstgrasvelden met rubbergranulaat. De sporthal daar gaat wel verdwijnen. Op de langere termijn wordt voor dat gebied een gebiedsvisie opgestart. We onderzoeken dan of en in welke mate het gebied andere functies naast sport (zoals wonen, economie, enz.) kan huisvesten. Aan het sportpark Kruihuisweg wordt de honk- en softbalvereniging uitgeplaatst naar een andere locatie aan de Thijsseweg waar een nieuw complex wordt aangelegd met meer velden van de juiste afmetingen. Op de huidige locatie van de honk- en softbalvereniging komt er een extra hockeyveld bij. Ook hier wordt bekeken of de resterende vrijkomende ruimte voor andere functies dan sport kan worden bestemd. Ook voor de ongeorganiseerde sport investeren we het een ander. Rond de binnenstad komen er enkele (hard)looproutes. Over de stad verspreid zullen er meer sport en beweeg mogelijkheden worden aangelegd.

Waar Karin ook trots op is, is de totstandkoming van deze plannen. Karin vertelt, dat alle sportverenigingen betrokken zijn. We hebben deze verenigingen gevraagd waar zij vernieuwing en verbetering nodig vonden. Dit leidde tot een wensenlijst van maar liefst 46 miljoen. Dit kan Delft de komende jaren niet opbrengen. Er moest dus geprioriteerd worden. In een bijeenkomst waar de verenigingen hun ideeën hebben gedeeld met elkaar en de gemeente, pitchen noemt Karin dit, kregen zij inzicht in elkaars plannen en ook in het onderlinge belang ervan. Toen pas heb ik prioriteiten kunnen stellen, zoals ik hiervoor heb verteld. Ik verwacht, zo vervolgt de wethouder dat deze goed zullen vallen en geaccepteerd worden. Om de prioriteiten goed te stellen moesten we objectiveren wat nodig was, want ook al investeren we veel, het is en blijft toch een kwestie van schaarste verdelen. Het gaat er nu om dat we de komende periode de “basis op orde” brengen en houden. Dat redden we niet met de beoogde investering van 6,5 miljoen. De jaren daarna is er nog circa 15 miljoen extra nodig.

Naast het uitbreiden van velden en het aanleggen van nieuwe beweeg en sport mogelijkheden moeten ook bestaande (verenigings)sporthallen worden opgeknapt. Ook komt er een nieuw sportcentrum, bestaande uit een zwem- en binnensportvoorziening aan de Maria Duystlaan. De zwemvoorziening geldt daarbij als vervanging van het al gesloten Zwem- en Squashcentrum aan de Clara van Sparwoudestraat en het huidige Sportfondsenbad aan de Weteringlaan.

Belangrijk is, zo benadrukt de wethouder dat mensen in Delft niet alleen gestimuleerd worden om te sporten maar op een manier kunnen sporten die bij hen past. Georganiseerd of juist niet. Daarvoor zijn er buurtsportcoaches aangesteld die jongeren aan het sporten proberen te krijgen. Eerst in de buurt, en misschien later bij verenigingen. We betrekken daar graag de ouders bij. Misschien dat zij ook gaan sporten of bewegen, en – of misschien willen zij zich inzetten als vrijwilliger, bij verenigingen. Dat is hard nodig, want het aantal vrijwilligers is de laatste jaren echt gedaald, en sportverenigingen hebben het daar moeilijk mee. We proberen zo een aantal zaken te combineren. Een andere combinatie is dat mensen van Werkse mee werken aan het onderhoud van de velden.

Sporten en bewegen is voor alle Delftenaren van belang. Daar is mijn beleid op gericht. We hebben bewust gekozen Delft niet als stad voor de topsport te bestemmen, ook al waren daar wel wensen voor. We kiezen ervoor zoveel mogelijk mensen te laten sporten en bewegen, ook mensen met een handicap en ouderen. Daarvoor is ook een goede afstemming met activiteiten in de gezondheidszorg, en de sociale sectoren nodig, en laten we vooral de scholen niet vergeten. Dit leidt tot een goed sport en beweegklimaat in Delft.

Of ik nog een droom heb? Of ik nog een droom heb? Ja dat het lukt om de sportlocatie Kerkpolder van een plek tegen de A4 aan naar de wijk te brengen. Het is voor de voetbalverenigingen en de wijk veel beter. De verenigingen kunnen dan hun maatschappelijke rol veel meer invullen. Wij hebben hierover overleg met Midden-Delfland.