Het zomerreces is voorbij en de raads- en commissieleden gaan weer aan de slag. De mouwen zijn
opgestroopt, de laptops afgestoft en de spreekteksten voorbereid. De raadszaal ligt er spic en span
bij. Kortom, het bestuur draait weer zoals het hoort.
Controledrang
Toch is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Met alle in de vakantie getankte energie denken de
commissieleden heel actief mee met het college van B&W. Dat is mooi, want zo krijgt de lokale
democratie vorm. Maar het meedenken gaat soms wel een stapje te ver. En nogal eens ontaardt dat
in een ongeremde controledrang. De raad is er immers om het college te controleren. Het hoogste
democratische orgaan in de stad, de Raad, stelt de kaders en de wethouders in samenwerking met
de burgemeester voeren de acties uit. Of dat goed gaat controleert de Raad dan weer achteraf. Zo
gaat het spel.
Commissievergaderingen
Dat het moeilijk is dit spel op de juiste manier te spelen, kwam in de eerste commissievergaderingen
naar boven. Moet iedereen er nog weer even inkomen? Een afwezige portefeuillehouder uit B&W
deed een politiek debat in de Commissie Economie, Financiën en Bestuur compleet verzanden. Daar
mag nu het presidium zijn tanden in gaan zetten! In de Commissie Ruimte & Verkeer bleek een
neiging tot micro-management door een deel van de commissie niet te beteugelen.
Wat is het geval in die tweede kwestie? De Raad heeft eerder besloten dat er geld beschikbaar komt
om na het vervangen van het riool, een proces dat in grote delen van de stad nu aan de gang is, de
straat van gevel tot gevel modern in te richten. Dus nu ook rekening houden met nieuwe eisen voor
bijvoorbeeld klimaatbestendigheid zoals meer groen. Daar is nu extra geld voor beschikbaar, zodat
terugleggen wat er vóór de vervanging van het riool lag opgeplust kan worden. Het college had
hieraan een invulling gegeven, binnen de kaders door de Raad gesteld.
Rolvastheid
In het commissiedebat dook ineens de wens op dit veel concreter en gedetailleerder voor te leggen.
“Zes miljoen voor de komende jaren is een hele hoop geld en dan wil ik wel weten waar dat naar toe
gaat”, was de klacht. “Welke prioriteiten stelt het college nu?” Wethouder Van Vliet kon uitleggen
wat hij wilde, dat de nieuwe straat ingericht wordt volgens alle geldende kaders van
verkeerveiligheid, toegankelijkheid en nu dus ook klimaatproof en dat dit alles in nauwe
samenspraak met de aanwonenden in die straten gaat gebeuren. Het was – blijkbaar – niet voor
iedereen overtuigend. Dat oppositiepartijen niet automatisch vertrouwen hebben in het college valt
politiek gezien nog te billijken. Maar dat ook de fractie van coalitiepartij D66 op de stoel van de
wethouder wil gaan zitten, is opmerkelijk. Bovendien maakt met het vooraf gedetailleerd uitwerken
hoe de straat met die extra gelden moderner terug moet komen, de inspraak van de omwonenden
overbodig. Of op zijn minst beknot raakt. En dat kan niemand zo bedoelen.
Ietsje meer vertrouwen in het college bij de oppositie zou helpen en misschien hier en daar een lesje
staatsinrichting elders en dan zitten alle betrokken weer in hun juiste rol.